De vijfde musical van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, Madam uit 1981, deed destijds nogal wat stof opwaaien. Nederlandse feministen waren niet bepaald blij met hoe zij in het stuk werden neergezet. In dit artikel, dat ik schreef naar aanleiding van mijn promotieonderzoek voor mijn website De Musicaldatabase, lees je waarom.
Een feministenhuis dat naast een sekshuis staat: daarin zit intrige, dacht Annie M.G. Schmidt toen ze begin jaren tachtig een begin maakte aan haar vijfde musical Madam. Uiteindelijk was het niet zozeer het conflict in de plot, maar de manier waarop de personages werden weergegeven, die het meeste stof deed opwaaien. Kort samengevat: de feministen waren not amused.
Research in Yab Yum
Voordat Schmidt haar musical schreef, deed ze uitgebreid research. Zo bracht ze een bezoek aan Yab Yum, om daarna een kijkje te nemen bij een feministische commune aan de Amsterdamse gracht (‘Hele aardige meiden hoor,’ zei Schmidt, ‘maar allemaal anti-man’). In het vrouwencafé Saarein ging Schmidt in gesprek met sekswerkers en feministen, met felle discussies als gevolg. De prostituees meenden dat zij mannen uitbuitten, terwijl de feministen reageerden: ‘welnee, hún hebben de macht.’ ‘Zij’ vonden de feministen een te mooi woord voor mannen. Schmidt gebruikte de kreet in Madam’s strijdlustige feministennummer ‘Hun hebben de macht’. De middag werd afgesloten met een kijkje in het bordeel, waarbij Schmidt werd vergezeld door zowel de prostituees als de feministen.
Karikaturen
Schmidt had haar huiswerk voor haar nieuwe musical dus goed gedaan, maar de personages die vervolgens uit haar pen vloeiden, waren niet volledig gelijkwaardig. De prostituees in Madam werden mooi en grappig, terwijl met de feministen de draak gestoken werd. ‘Al spelende zijn er karikaturen ontstaan,’ gaf Schmidt toe, maar het waren toch vooral de feministen die als karikatuur werden opgevoerd. ‘Voor de musical heb ik het extreme gekozen: lesbische vrouwen die de hele heteroseks hebben afgeschaft,’ legde Schmidt uit aan De Groene Amsterdammer.
Kattenincident
Schmidt was het op veel punten met de feministen eens, maar dat fanatieke – dat trok ze niet. Volgens haar waren het dan ook niet de lesbiennes die er slecht vanaf kwam in Madam, maar de groep; het collectief. Producent John de Crane haalde een andere reden aan voor het ontstaan van de karikaturen; volgens hem waren ze te wijten aan een incident tijdens Schmidt’s bezoek aan het feministenhuis. ‘Op het moment dat zij er kwam, werden er net door die “meiden” met bezems katten het huis uitgeslagen,’ vertelde hij aan de Privérubriek van De Telegraaf. ‘En dat viel bij Annie, die stapelgek is op katten, natuurlijk niet zo goed.’
Teleurgestelde feministen
De echte feministen uit de jaren ’80 waren niet blij met de manier waarop ze in Madam werden afgeschilderd. Hoewel de première op nieuwjaarsdag 1981 zonder incidenten verliep, volgden er demonstraties in het DelaMar Theater en protesteerde het Warm Lesbies Front in theaters buiten de hoofdstad. Op 28 januari stuurde het Front een brief aan Schmidt, waarin het haar ongenoegen over de musical uitte. ‘We zijn diep teleurgesteld dat u een zó boeiend en uitdagend thema verdraait tot valse romantiek rond prostitutie en in geen enkel opzicht sympathie toont voor de vrouwenstrijd,’ schreeft het Front.
Pamflet
Bij de laatste voorstelling in het DelaMar Theater deelde het Front pamfletten uit. ‘Hoog geacht publiek,’ stond er, ‘bent u kraker(ster), bent u een vrouw in de overgang, bent u een radikaal-feministe, bent u een Turkse gastarbeider, bent u mishandeld, bent u een lesbienne, bent u ooit verkracht, bent u een vrouw, bent u een hoer, komt u uit het Midden-Oosten, ga dan hier lachen om uw eigen onderdrukking.’ Schmidt vond het stompzinnig. ‘Als je dit soort spot en ironie niet kan begrijpen, blijf er dan van af,’ reageerde ze.
Karikaturen? An me hoela
Ook in Sekstant, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, kreeg Madam de nodige kritiek. Voormalig prostituee Violet en feministe Henriette brachten verslag uit van de musical in een reportage, en er verscheen ook een recensie geschreven door Ingrid van Delft. ‘”Al spelende zijn er karikaturen ontstaan”, roept Annie. An me hoela,’ schreef Van Delft. ‘Dit heeft met karikaturen niets te maken. Dit is waan(on)zin.’
Lof van prostituees
Maar, lof was er ook – van de sekswerkers uit Yab Yum bijvoorbeeld. ‘Ze vonden het prachtig,’ vertelde Trudy Labij, die in Madam de rol van prostituee Anita speelde, aan Het Vrije Volk. En Conny Stuart, ofwel Madam, werd gecomplimenteerd door de echte Madam Ingrid, die haar meisjes naar de voorstelling begeleidde. Ook recensenten waren vrij positief, al plaatsten sommige vraagtekens bij de thematiek. Het NRC Handelsblad sprak van een ‘aantrekkelijk kijkspel’ en het AD van ‘knap theaterwerk’. Een derde recensent noemde de ‘allemachtig aardige plot,’ maar vroeg zich ook af: ‘Wordt hier de tolerantie aangewakkerd, of vinden juist allerlei stereotiepen opnieuw bevestiging?’
Historisch document
Alle kritiek en lof daargelaten deed de musical het goed. De voorstelling werd 350 keer gespeeld, en producent De Crane verdiende er genoeg aan om de garantiesubsidie die hij van de overheid had gekregen, terug te betalen. In de eenentwintigste eeuw is Madam niet alleen een vermakelijke musical om naar te luisteren, maar bovendien ook een waardevol historisch document.